• Skip to main content

It's right to be wrong

Michael van Wetering ✝ 2021

​Strategic Advisor Innovation, interpreter on technology for education

Overpeinzing

Andrew Keen on Mike Daisey’s: The Agony and the Ecstasy of Steve Jobs

26th February 2011 by Mike Leave a Comment

Andrew-Keen

Professionele zuurpruim, auteur, spreker en journalist Andrew Keen, bekend van o.a. ‘The Cult of the Amateur’ en groot Twitter fan maakt voor TechCrunchTV een zeer interessante podcast.

In ‘Keen on…’ interviewt hij opinie leiders in technologie, media en beleid. Recente voorbeelden: Sherry Turkle, Robert Scoble, Seth Godin, Kevin Kelly, Don Tapscott, etc. Het levert regelmatig interessante gesprekken op die lekker kort en to-the-point zijn. Een aanrader!

Mike-Daisey-Agony

Mike Daisey bezoekt Foxconn in Shenzhen

Vandaag bleef ik even hangen bij een interview met Mike Daisey over zijn monoloog ‘The Agony and the Ecstasy of Steve Jobs’. In deze monoloog gaat Daisey in op zijn bevindingen tijdens een verblijf van drie weken in Shenzhen/China, vestigingsplaats van Foxconn waar 800.000 mensen dagelijks met de hand o.a. iPhones in elkaar zetten.

Productieproces onderdeel van de esthetiek van een product?

Na het nieuws vorig jaar dat enkele medewerkers zelfmoord pleegden als gevolg van de slechte omstandigheden in de fabrieken heeft Daisey het op zich genomen om meer aandacht te vragen voor een vreemde tegenstelling. De ‘form over function’ producten van Apple benadrukken de esthetiek van technisch ontwerp, maar ze worden in elkaar gezet door mensen die in erbarmelijke omstandigheden moeten leven en werken om ons die apparaten op tijd te bezorgen. Je kijkt toch anders tegen je iPad 2 of iPhone 5 aan later dit jaar. Overigens stelt Mike dat het niet anders gesteld is bij de productie van Android toestellen of Windows 7 Phones. Hij pleit voor een signaal van consumenten naar producenten. Something to think about.

Mike (Februari/2011)

Filed Under: Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: andrew keen, foxconn, mike daisey, techcrunchtv, the agony and the ecstasy of steve jobs

Een plan voor 2011?

31st December 2010 by Mike Leave a Comment

Wat mij al langere tijd fascineert is het verschil tussen wat mensen zich voornemen en dat wat ze daadwerkelijk gedaan krijgen. Overigens ben ik daar zelf mijn belangrijkste proefkonijn ;-)

In de afgelopen jaren ben ik een aantal interessante bronnen tegengekomen die mijns inziens nuttige dingen zeggen over het maken en ook daadwerkelijk realiseren van plannen. Het materiaal varieert van bespiegelingen tot ouderwetse Amerikaanse stappenplannen, hieronder mijn oogst tot nu toe.Ik hoop dat het je helpt om je doelen in 2011 daadwerkelijk te bereiken.

BenTiggelaar_3054

Ben Tiggelaar zet in ‘Dromen, Durven, Doen’ uiteen waarom het heel lastig is om ons, grotendeels onbewuste gedrag (95% van de tijd) te veranderen juist omdat het onbewust gaat. Hij heeft praktische tips hoe je de kans kunt vergroten dat je doet wat je jezelf hebt voorgenomen. En hij getuigt van begrip voor ons chronisch tijdgebrek door zijn werk ook als luisterboek uit te brengen en het zelf in te spreken. Daar houden we van!

Remco claassen

Remco Claassen coacht je in ‘Ik’ met een paar goede vragen naar het verhelderen van: Wie ben je? Wat wil je? Hoe bereik je dat? Door onder andere goed na te denken over je eigen ‘mission statement’ maak je scherp wat je echte doelen zijn. Wat wil je nou eigenlijk echt? Misschien weet je dat wel niet… dan wordt het wel erg lastig om je doelen te bereiken. Prikkelend, energiek, originele insteek en… jawel ook Remco bedient de luisterende mens op haar wenken.

Marcus buckingham

Marcus Buckingham kiest in ‘The truth about you’ ook weer een originele benadering die ook een interessant licht werpt op de beoordelingsgesprekken die we net achter de rug hebben en de POP en PAP gesprekken van de komende weken. Marcus’ focus ligt op het ontdekken van je ‘strengths’ en ‘weaknesses’. Waar krijg je energie van en wat kost je energie? Je kunt ergens goed in zijn maar dat is niet noodzakelijk dat wat je motiveert en energie geeft. Onze focus ligt altijd op onze zwakke punten en hoe we die acceptabel kunnen krijgen. Marcus pleit ervoor juist je sterke punten meer te ontwikkelen en niet teveel aandacht te besteden aan dat waar je niet goed in bent. Mij spreekt dat wel aan ;-) Het boekje is een soort doe-het-zelf workshop met een korte film, beknopt boekje en een notitieboekje voor een opdracht. Zeer aan te bevelen. En je hebt het niet van mij… maar in iTunes vindt je van Marcus Buckingham een korte vod/podcast serie ‘Take control of your career and life’ die hij in samenwerking met Oprah Winfrey maakte. Geeft een prima indruk van zijn gedachtengoed.

David allen

Last but not least wil ik David Allen, mr GTD (Getting Things Done) noemen. Want na alle inzichten, goede voornemens en al dan niet rigoreuze maatregelen om het deze keer echt te laten lukken, biedt David Allen met zijn GTD systeem concrete hulp. Hoe ga je om met de chaos van elke dag? Hoe zorg je ervoor dat je niets (nouja) vergeet, de belangrijkste dingen eerst doet, overzicht houdt en bovenal rust vindt in je hoofd. Nu beweer ik niet dat ik daar al ben… maar zijn methode werkt. Lees of luister naar zijn boeken over ‘Getting things Done, the art of stress free productivity’. Zijn methode wordt wel eens afgedaan als ‘heel veel tijdrovende lijstjes bijhouden’ maar dat is m.i. onjuist. Zijn tips helpen, het werkt maar vraagt discipline en verandering van gedrag… terug naar Ben Tiggelaar dus !-)

Mike (December/2010 & Januari/2011)

Filed Under: Books, Onderwijs, Overpeinzing Tagged With: doelen bereiken, getting things done, ontwikkeling, plan, strengths

The turning point between two eras

20th October 2010 by Mike 4 Comments

 

Fd Uit het FD van 7 oktober 2010:  Het doek is gevallen voor drukkersconcern Thieme Grafimedia. Na het eerdere bankroet van zes bedrijfsonderdelen is faillissement verleend voor nog eens dertien andere dochterbedrijven en is de ontmanteling van Thieme Groep een feit. Vrijwel de gehele Nederlandse grafische sector kampt met lage marges, die het gevolg zijn van aanhoudende overcapaciteit. De werkgelegenheid loopt terug. Ook marktleider Roto Smeets krimpt sterk in en wordt waarschijnlijk door een investeerder gekocht…

Screen shot 2010-10-16 at 6.00.03 PMVan de WikiwijsInHetOnderwijs site: op 14 oktober ontving het Wikiwijs-programma tijdens het congres ‘Burger bewust’ de eParticipatie Award 2010. Wikiwijs  is een webplatform waar docenten leermateriaal kunnen zoeken, gebruiken, maken en delen. Wikiwijs is opgezet met het doel het gebruik en hergebruik van open leermiddelen te bevorderen.

Zo maar twee nieuwsitems van de afgelopen weken die illustreren dat de wereld van de (educatieve) uitgevers in een hoog tempo aan het veranderen is. Waar in het verleden schaalgrootte het kenmerk van deze bedrijfstak was maken ICT gedreven technologische vernieuwingen het mogelijk dat productie- en distributieprocessen radicaal anders opgezet kunnen worden waardoor alle schakels in de keten onder druk komen te staan.

The past of printing

Een keten met 4 schakels

Om te kijken naar deze verschillende schakels bij het creëren van content, of het nu kranten, televisie, muziek of onderwijs ondersteunend materiaal betreft, kan de volgende verdeling gehanteerd worden:

  • Het begint altijd met de creatie, de schrijver / artiest / televisiemaker / filmmaker bedenkt het product waarbij deze vaak ondersteund wordt om tot de gewenste kwaliteit te komen (boekredactie, muziekproducent/mixer, filmproducent/montage).
  • Als de content er is moet deze vervolgens geproduceerd worden. Dit betreft het (massaal) vervaardigen van het product, schaal is om economische redenen essentieel hierbij.
  • De derde schakel betreft de distributie, ofwel het product, eventueel met gebruikmaking van de tussenhandel, naar de klant brengen.
  • De vierde en feitelijk belangrijkste schakel is het gebruik, het product gebruiken op de tijd / plaats / manier zoals de consument dat wil.

De vraag is wat nu het kenmerkende verschil is met het verleden. Als we de verschillende schakels langslopen lijkt er bij de creatie in principe niet veel veranderd, echter door de enorm toegenomen toegankelijkheid van gereedschappen voor het maken van content zijn veel meer mensen daadwerkelijk gaan creëren. Waar in het verleden alleen de grote bedrijven/studio’s zich state of the art apparatuur veroorloven konden, is dit door de enorme prijserosie voor eenieder bereikbaar geworden. Wel kan worden vastgesteld dat het maken van hoogwaardige content niet triviaal is en dat ondersteuning hierbij veel toegevoegde waarde genereren kan.

De andere schakels zijn in vergelijking met een aantal jaren geleden nog ingrijpender veranderd. Door de komst van printing-on-demand technieken is het bijvoorbeeld mogelijk boeken ook in (zeer) kleine oplages met voldoende lage kosten te produceren. Bij de creatie van eBoeken (nu al 5% van de verkoop) is het nog dramatischer. Productie en distributie zijn één geworden en door te downloaden produceert de afnemer zijn eigen exemplaar. De verwachting is dat met name dit grote gevolgen zal hebben voor het distributienetwerk. Op de PICNIC 2010 wist Charles Melcher (van Melcher Media) te vertellen dat als ergens rond 2015 zo’n 20% van verkochte boeken eBoeken zullen zijn dit het einde van ketens als Barnes & Nobles zal betekenen, waarna het percentage eBoeken alleen nog maar sneller zal toenemen.
De grote winnaar is uiteindelijk de consument. Deze krijgt een veel groter aanbod van producten die hij in principe op een device naar keuze zal kunnen gebruiken, information / music / entertainment / learning at your fingertips.

learning at your fingertips

Herschikking van de keten

Dit alles betekent wel dat de huidige rolverdeling in de productie van leermiddelen snel zal veranderen. De positie die de uitgevers daar traditioneel bekleden uit hoofde van hun defacto monopolie op productie en distributie is niet meer houdbaar. Toegegeven: uitgevers doen veel meer dan het produceren en distribueren van papier, met name hun rol ten aanzien van de kwaliteit van het materiaal is absoluut relevant. Echter deze rol kan ook anders ingevuld worden hetgeen een initiatief als Wikiwijs nu al aantoont. Uitgevers moeten zich realiseren dat hun huidige rol, die als basis hun snel eroderende pseudo-monopolie heeft, steeds minder vanzelfsprekend wordt. De eigenlijke creatie van leermateriaal gebeurt nu en in het verleden met name door het veld en dat kan straks op basis van WikiWijs-achtige constructies buiten de uitgevers om, een kwalitatief minstens gelijkwaardig aanbod van leermiddelen neerzetten.

Uitgevers kunnen veel waarde toevoegen met name in een ondersteunende rol bij de creatie van materiaal. Ook zit er veel toegevoegde waarde in het bieden van een structuur (methode). Hiermee wordt een match geboden tussen de eisen die aan een opleiding worden gesteld (eindtermen) en het materiaal dat aan die eisen helpt voldoen. Uitgevers zijn echter niet de enige partijen die de expertise hebben om deze waarde te leveren. Wat daarbij nog wel onduidelijk is hoe het verdienmodel voor dergelijke diensten er uit kan zien. Zeker zodra de marge op productie en distributie naar nul gaat tenderen kunnen deze kosten van kwaliteitsborging en het aanbrengen van de structuur niet meer over grote oplages uitgesmeerd worden. Als de uitgevers relevant willen blijven zullen ze de komende tijd moeten experimenteren en zich bezinnen op een nieuw rol in de keten. Als ze dat niet willen of kunnen doen wacht ze waarschijnlijk het lot van de muziekindustrie waar de markt al volledig herschikt is. Overigens zonder nadelige gevolgen voor de gemiddelde muzikant of hun fans, er wordt meer muziek uitgebracht dan ooit tevoren.

Een ding is echter zeker: het verleden komt nooit meer terug of in Arthur C. Clarke’s woorden: `We stand now at the turning point between two eras. Behind us is a past to which we can never return …

A past to which we can never return

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans pronk & michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

Filed Under: Conferentie, Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: disruptie, eboeken, innovatie, keten, leermateriaal, onderwijs, uitgever

Free: a blast from the Future

21st July 2010 by Mike 1 Comment

Everything flows, nothing stands still.1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder  jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk.
De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van groepen zoals bijvoorbeeld U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van
fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There
is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat
ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans
pronk
& michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: business modellen, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors, impact, onderwijs

Onderwijs vernieuwing, hoe doe je dat? Radical zegt Charles Leadbeater

29th June 2010 by Mike Leave a Comment

Charles Leadbeater pleit voor een radicale aanpak van onderwijsvernieuwing. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen verschillende soorten innovatie en pleit ervoor dat het tijd is voor radicale verandering, buiten het huidige systeem. Bekijk zijn argumentatie in zijn nieuwste TED talk getiteld: ‘Education innovation in the slums’.

Zijn verhaal is gebaseerd op een eerder dit jaar gepubliceerd rapport dat tot stand kwam in samenwerking met Cisco. In ‘Learning from the Extremes’ onderzoekt Leadbeater eens niet de grote successen maar de oplossingen die gevonden worden in kansarme gebieden, zonder middelen, waar onderwijs direct een praktische toegevoegde waarde moet hebben.

Hij stelt dat de deplorabele staat onze onderwijssystemen, gebaseerd op 19e eeuwse beginselen, toe zijn aan radicale vernieuwing. Wat mij betreft een waardevolle toevoeging aan de discussie en een overtuigend argument in het licht van noodzakelijke besparingen die gepaard moeten gaan met kwaliteits- en productiviteitsverbeteringen. Dat lijkt inderdaad lastig haalbaar met incrementele verbeteringen binnen de bestaande kaders.

Mike (Juni/2010)

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Presentatie Tagged With: charles leadbeater, education, innovation, radical

‘Het Internet doet het niet!’, herinneringen aan Jo van Nunen

31st May 2010 by Mike Leave a Comment

EURIn 1992 begon ik als versgebakken Informaticus van de Vrije Universiteit Amsterdam bij de Factulteit  Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam (EUR) a.k.a. Rotterdam School of Management (RSM). Bij de vakgroep Informatie- en Beslissingswetenschappen was Prof. Dr. Ir. J.A.E.E van Nunen vakgroepvoorzitter, en hij was een man met visie. Binnen zijn vakgroep was een complete computerafdeling opgenomen die naast de gebruikelijke ondersteunende taken ook wetenschappelijke en onderwijstoepassingen ontwikkelde. Daar mocht ik beginnen als ontwikkelaar, een speeltuin!

Wetenschap in de Praktijk, de Praktijk in het Onderwijs

Jo Jo was een mensenmens zoals Hans Pronk mijn goede vriend en voormalige collega bij o.a. de EUR laatst opmerkte. Prototype grote mond, groot gouden hart en zoals helaas bleek fysiek zwak hart. Hij wilde graag weten dat hij volop meedeed in ‘leuke nieuwe dingen’ zoals hij alle innovatie noemde, maar hij waardeerde goede mensen en wist die ook feilloos om zich heen te verzamelen.
Jo’s unieke kwaliteit, dat wat ik met name van hem geleerd heb, is de continue koppeling leggen tussen werelden die elkaar traditioneel niet zo liggen. Met zijn wetenschappers ging hij praktijkproblemen bij grote multinationals te lijf, denk bijvoorbeeld aan Heineken en Xerox, maar ook de Nederlandse Spoorwegen en natuurlijk zijn geliefde Rotterdamse Haven. Zeer complexe logistieke problemen waar beslissingswetenschappen cruciale vragen kon helpen beantwoorden om vraag en aanbod zo efficient mogelijk bij elkaar te brengen. Waar brouw ik welk bier om een lokale vraag te kunnen vervullen met zo min mogelijk vervoerskosten? Wanneer laat ik waar welke treinen rijden, of schepen laden/lossen en varen?

Ik mocht als ontwikkelaar (simulatie)software schrijven die zo experimenteel was dat het economisch eigenlijk onverantwoord was. Maar dergelijke risico’s nemen is in wetenschap en onderzoek juist de bedoeling! Met zijn staf bood jo daarmee eigenlijk consultancy in het bedrijfsleven, ontwikkelde zijn eigen tools voor verder ondezoek en verdiende wat extra geld voor congressen en opleidingen voor zijn mensen. De projecten in het bedrijfsleven introduceerde hij als cases voor de simulatiesoftware direct in het bedrijfskunde onderwijs. Een werkwijze met mooie opbrengsten voor alle betrokkenen.

‘Het Internet doet het niet!’

Naast het begeleiden van praktica met eerdergenoemde cases voor simulaties gaven we als leden van de vakgroep ook colleges in internetgebruik aan MBA en MBI studenten. Jo noemde dat internetgedoe spielerei, het was volgens hem niet betrouwbaar genoeg voor echte bedrijfstoepassingen. Maar hij volgde met interesse hoe wij de eerste webservers opzetten. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem ertoe elke nieuwe website die opkwam te volgen, dat kon toen nog met een nederlandse kaart die een uitputtende opsomming bevatte van alle sites in nederland! Op een ochtend was die pagina niet beschikbaar, Jo riep toen onsteld ‘Het Internet doet het niet!’.

U begrijpt, ik heb vele goede herinneringen aan Jo. Hij was veeleisend en drukte nadrukkelijk zijn stempel op onze projecten, het was soms vechten voor je eigen invullingsruimte. Maar hij was altijd bereid te gaan voor vernieuwing, hij durfde risico’s te nemen en aarzelde niet zijn reputatie op het spel te zetten. Binnen de universiteit leidde dat steevast tot spanningen, wij van bedrijfskunde wilden altijd meer en beter. De discussies met de centrale computerafdeling van de universiteit zijn legendarisch. Jo ontregelde een keer een overleg door tijdens het betoog van zijn opponent luidruchtig koffie en thee in te schenken en nadrukkelijk te informeren of er misschien suiker of melk gewenst was ;-) Ook hen pushte hij verder te gaan en dat was ook wel nodig, de EUR was de enige universiteit in Nederland met een 64 kbit (!) verbinding voor de hele universiteit begin jaren 90! De rest was al naar het razendsnelle 2 Mbit overgestapt…

Afscheid

Jo overleed jongstleden Hemelvaartsdag, geheel in stijl, tijdens een congresbezoek in Vancouver. Wrang genoeg slechts enkele maanden voor zijn pensioen, of herstart zoals hij het steevast noemde, een feest dat Rotterdam helaas moet missen. Hij zou ook (nog) meer tijd met zijn gezin, dochters, schoonzonen en kleinkinderen gaan besteden. Met zijn tempo en intensiteit heeft hij enorm veel gestopt in die 64 jaar, maar eenieder die hem kende was toch reuze benieuwd waar zijn tomeloze energie en enthousiasme verder nog toe geleid zou hebben. Zijn vele vrienden vertelden in mooie verhalen hoe zij zijn steun node zouden missen, want ook daar vond hij altijd tijd voor.

‘Live fast, die young and leave a beautifull corpse’ zou je kunnen zeggen. Zelf verwoordde bourgondiër Jo het altijd als volgt: ‘De dokter zei me dat ik voor mijn lengte te dik ben, toen antwoordde ik: maar dan ben ik niet te dik dokter, maar te kort!’ gevolgd door zijn eigen bulderende lach.

Vaarwel Jo
Mike (Mei/2010)

 

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: bedrijfskunde, erasmus university, EUR, jo van nunen, nagedachtenis, RSM

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Page 4
  • Page 5
  • Page 6
  • Go to Next Page »

© 2025 It's right to be wrong. All Rights Reserved.