• Skip to main content

It's right to be wrong

Michael van Wetering ✝ 2021

​Strategic Advisor Innovation, interpreter on technology for education

Web/Tech

Laatste MoMo, #21 Spaces, een waardige afsluiting

31st May 2011 by Mike Leave a Comment

Momo-logo Mobile Monday Amsterdam sloot gisteravond een reeks van 21 gratis toegankelijke ‘mini conferences’ af. Wat in mei van 2007 begon als een netwerkborrel groeide uit tot een reeks zeer interessante bijeenkomsten met sprekers die niet misstaan als keynotes op grote conferenties. Maar dan is het MoMo platform veel toegankelijker (gebleven) door de informaliteit, het pragmatisme in de organisatie en de zeer effectieve RSVP methodiek van inschrijven. De 400 plaatsen in de Duif in Amsterdam werden steeds in twee RSVP rondes vergeven op de ‘meetup pagina’ van MoMo. Klokslag 12:00 twee weken en één week tevoren konden geregistreerde gebruikers op de [I want to join] knop duwen, de laatste MoMo’s was de meetup binnen enkele minuten(!) volgeboekt tot verbijstering van diegenen die even later op de portal keken. Dan weet je in elk geval dat je de scherpste 400 mensen in huis hebt ;-)

Krenten in de pap: Internet of Things and Beyond

Mesh Eén van de meest memorabele MoMo’s waar ik aanwezig kon zijn was #15 over ‘Internet of Things and Beyond’. Vaak begint men bij dit onderwerp direct over ijskasten met Internet verbindingen die zelf verse melk bestellen. MoMo meetups kenmerkten zich echter steevast door veel meer verdieping te zoeken.

Zo sprak David Orban over de data die sensoren verzamelen en zelf kunnen analyseren en publiceren. Deze sensoren kunnen overal geplaatst zijn maar ze zitten ook in onze smartphones en auto’s. Ze verzamelen zoveel gegevens dat wij als mensen de beperking worden in de verwerking ervan, wij zijn de langzaamste schakel in de IT keten. David stelt dat sensornetwerken de analyses zullen afhandelen en ons de data gebruiksvriendelijk ter beschikking stellen. Daarmee worden we weer onafhankelijker van de technologie die ons nu vaak nog zo in beslag neemt.

En als dat ‘stretching it’ was dan kwam daarna Andrew Hessel, verbonden aan Ray Kurzweils ‘Singularity University’ die over ‘The Internet of living things’ sprak. Hij vergelijkt de logica in computers met het DNA waarmee je bacteriën kunt programmeren om bepaalde functies te vervullen. Met DNA printers kun je deze ‘DNA programma’s’ (nu al) tot levende organismen transformeren. Cool zegt Andrew, fascinerend inderdaad, maar de consequenties gaan mijn brein te buiten in elk geval. Duidelijk werd wel dat informatie technologie ook bij het ‘ontwerp’ en de creatie van levende organismen een versnellende, disruptieve rol speelt. Of dit vooral hoopvol of beangstigend is weet ik nog even niet, beide waarschijnlijk. Eén van de boeiendste sprekers die ik bij MoMo zag.

MoMo #21 Spaces, een waardige afsluiting?

Het antwoord daarop is gelukkig een volmondig ja. Vooral de 3 sprekers na de pauze hadden ijzersterke verhalen met interessante gezichtspunten. Ben Hammersley, voormalig oorlogscorrespondent nu Consultant ‘on the effects of the internet on society, foreign policy, business, and culture’, sprak over de ‘space of possibility’. Hij ziet een kloof tussen de generatie die de opkomende (mobiele) technologie begrijpt en ermee leeft (u en ik?) en de generatie die de wereld probeert te besturen en ten onrechte denkt dat de hiërarchieën die zij construeerden hun grip op de wereld nog niet verloren hebben. Dit terwijl iedereen nu middelen tot zijn/haar beschikking heeft om zonder toestemming wereldwijd te publiceren. En (sociale) netwerken ons in staat stellen om ongekend snel grote groepen mensen te organiseren en mobiliseren. Diverse industrieën en dictaturen hebben deze disruptie inmiddels mogen ervaren. Deze verbreding van het vraagstuk hoe technologie ontwikkeling niet alleen de economie maar ook de mores in de maatschappij, het bestuur en de cultuur beïnvloed vond ik verfrissend. Er zijn eerder technologie revoluties geweest maar de enorme versnelling is nieuw, deze laatste technologie revolutie helpt zijn opvolger te ontwikkelen. Concreter: wie in de technologiesector kan nog aan zijn ouders uitleggen wat zijn of haar baan inhoudt?

Cityscreen_crash Adam Greenfield, voormalig design directeur bij Nokia en nu gerespecteerd auteur (lees Everyware) en spreker over Urban Landscapes, hield een evenzo boeiend verhaal over de publieke ruimte die een ‘networked city’ wordt met objecten die kunnen waarnemen (met diverse sensoren) en handelen op basis van die waarneming. In hoeverre hebben wij nog controle over de informatie die wordt verzameld en wie dat waarvoor gebruikt, bewaart en inzet voor doelen die initieel nooit zijn aangegeven laat staan geaccordeerd door burgers? Een goed onderbouwd pleidooi voor transparantie en openheid om een leefbare publieke ruimte te behouden.

Kevin Slavin, mede-oprichter van Starling.tv een social TV platform, sloot af met een nuancering van de run op ‘Augmented Reality’. Onze visuele waarneming is aan zoveel invloeden onderhevig dat er wellicht veel boeiender mogelijkheden zijn dan er domweg beelden overheen leggen.

We hebben de video’s nog…

Het soort verhalen dat ik geprobeerd heb te beschrijven laten zich natuurlijk niet samenvatten in enkele zinnen. Deze en andere interessante presentaties vindt je op mobilemonday.nl of in de podcast. Een laatste tip: kijk in elk geval ook even bij #18 – Data: Mike Kuniavsky, Information is a Material, een hele andere kijk op ubiquitous computing.

Bedankt MoMo, het was erg interessant en op je hoogtepunt stoppen getuigt van grote klasse wat mij betreft.

Mike (Mei/2011)

Filed Under: Books, Conferentie, Onderwijs, Overpeinzing, Presentatie, Science, Web/Tech Tagged With: innvation, inspiration, mobile monday amsterdam, talks, technology

De Geschiedenis van de Toekomst: van Apple Newton naar iPad

30th April 2011 by Mike Leave a Comment

Ipad2 Tablets zijn (eindelijk) gearriveerd. De iPad toont aan dat er een plek is tussen smartphones en laptops. Als fervent gebruiker van (alle pogingen tot) tablets de afgelopen 10 jaar heb ik wel een beeld van de factoren die succes bepalen voor dit type apparaat. Na 3 Apple Newtons (2 x zo dik als huidige laptops) en diverse Tablet PC’s met Windows XP tot 7 biedt mijn iPad2 eindelijk de toegevoegde waarde die ik zocht. Een trefzekere touch-interface, een goed handzaam scherm, een batterij die makkelijk een hele dag meegaat, laag gewicht, een eenvoudig stabiel OS, connectiviteit naar de cloud en mijn gegevens, steeds meer sensoren, etc. Door deze eigenschappen verovert de tablet een plek op tijden/plaatsen waar laptops onhandig groot en smartphones onhandig klein zijn.

Ecosysteem minstens zo belangrijk als het device

Maar al te vaak wordt alleen gekeken naar specificaties van het device, terwijl een nieuw device tegenwoordig alleen succesvol kan zijn als het hele ecosysteem klopt. De app store met z’n lage drempel voor developers en gebruikers en de enorme collectie applicaties definieert de waarde van de iPad doordat daarmee alle mogelijkheden volop worden benut in combinaties die ons nog gaan verbazen.

Dit ecosysteem verschilt enorm van b.v. de situatie rond laptops met een zwaar OS, ingewikkeld (applicatie) beheer, en een complexe interface. De drempel om een iPad te gebruiken en daarop nieuwe apps te ‘installeren’ is veel lager en het valt niet mee om in de problemen te komen. Geen crashes, geen (her)installaties, geen handleidingen, geen opstarttijd. Deze verschillen zijn ook van grote betekenis voor het gebruik van ‘computers’ in onderwijs, daarover straks meer.

Geschiedenis van de Toekomst

Apple-newton De iPad is niet de eerste tablet poging van Apple. Steve Jobs keerde terug bij Apple in 1997, nadat hij in 1985 werd weggepromoveerd bij het Macintosh project en Apple teleurgesteld verliet. Ironisch genoeg was de Apple Newton (een tablet/PDA avant la lettre) het eerste product dat hij schrapte toen hij het roer weer overnam. Apple heeft (lang) gewacht voordat men vond dat de technologie en de kosten daarvan rijp waren voor een succesvolle introductie van een tablet. Veel achtergrond informatie over de Apple strategie is te vinden in een onderhoudend boek van Jay Elliot (voormalig SVP bij Apple): The Steve Jobs Way, iLeadership for a New Generation.

Wat mij betreft is duidelijk dat Tablets een zeer interessante toekomst hebben als content delivery platform (informatie consumeren) met (nog beperkte) mogelijkheden om zelf te creëren. Garageband en iMovie laten zien dat die creatie mogelijkheden er zeker zijn, effectieve interfaces op een tablet zijn echter zo anders dat we daar nog veel innovatie zullen zien, ook in klassieke toepassingen. Die toekomst zie ik vooral door de laagdrempeligheid en de vereenvoudiging in applicaties die minder doen, minder kosten, makkelijker te vinden/betalen/installeren/leren/gebruiken zijn waardoor we veel meer op maat bediend kunnen worden. Mark Randall, Chief Strategist Digital Media bij Adobe noemt dit ‘app snacking’.

Van oude wijn in nieuwe zakken naar Innovatie

Zoals bij elke nieuwe technologie introductie treedt eerst veel vervanging op van bestaande toepassingen. Een treffend voorbeeld hiervan is het eBook. We bladeren op onze eReader in een vaste volgorde door een titel en zijn al blij als we lettertypes kunnen vergroten/verkleinen. En natuurlijk hebben onze leveranciers verschillende formaten bedacht met DRM die vooral betalende gebruikers tot waanzin drijft. Het duurt altijd even voordat we loskomen van het oude juk en de potentie van de nieuwe technologie volop zien. Zo was één van de uitkomsten van een eReaders test bij Kennisnet dat het erg onhandig is dat je niet meerdere boeken tegelijk en naast elkaar kan lezen op zo’n reader, dat kan met fysieke boeken immers wel! De vraag is echter waarom een digitaal ‘boek’ niet simpelweg een dynamische combinatie zou bieden van een theorieboek, praktijkopgaven, referentie materiaal (rekentabellen/woordenboeken) met ingebouwde zoektechnologie, associatieve linking, etc.

Flipboard Voor de iPad is Flipboard een geweldige, snel groeiende app die dit model illustreert. Je kunt er allerlei bestaande kanalen/bronnen (twitter, facebook, RSS feeds, etc.) combineren en verder personaliseren met filters/zoekwoorden per kantaal. Soortgelijke apps zijn Pulse en Zite. ShowYou doet iets soortgelijks met video van de mensen die jij kent of volgt. Een hele nieuwe ervaring bij video’s snacken op YouTube. Een startup presenteerde bij ‘The Next Web 2011’ afgelopen week ‘Open Margin’, nu nog in closed beta. Open Margin biedt een eReader waarin je bronnen kunt annoteren en die annotaties online publiceert, zo kunnen alle aantekeningen bij een ‘ boek’ gedeeld worden onder alle lezers (vrienden? klasgenoten?) van dat materiaal. Over krachtige studie instrumenten gesproken.

Onderwijs

Ik las laatst een quote die me aansprak: ‘Scholen van Gisteren: Waarom ze leerlingen niet kunnen voorbereiden op de wereld van Morgen.’ Dit gaat ook op voor het gebruikte leermateriaal dat nu voor iedere leerling hetzelfde is, op hetzelfde moment, op dezelfde plaats, in dezelfde vorm, hetzelfde tempo, etc. Ik ben ervan overtuigd dat de Tablet het device is waarmee elke leerling zijn/haar persoonlijk toegang tot een individuele leerweg kan krijgen. Met flexibel (leer)materiaal dat altijd en overal toegankelijk is in de cloud. ‘Echte’ computers zullen er ook blijven maar zoals ik heb betoogd zijn Tablets echt andere apparaten met een heel ander ecosysteem waarvan de eenvoud, flexibiliteit en personalisatie goed bij onderwijs past. Dit nieuwe ‘boek’ (zie b.v. de ipad app van ‘Our Choice’ van Al Gore) biedt toegang tot al het materiaal dat leerlingen nodig hebben om het onderwijs te volgen dat hun unieke talenten naar boven brengt. Goede docenten blijven daarin van cruciaal belang als planners en begeleiders van het leren, hen kan in hetzelfde ecosysteem veel routinematig werk en administratie bespaard worden. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

Mike (April/2011)

Filed Under: Books, Conferentie, Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: education, ipad, onderwijs, tablet

Andrew Keen on Mike Daisey’s: The Agony and the Ecstasy of Steve Jobs

26th February 2011 by Mike Leave a Comment

Andrew-Keen

Professionele zuurpruim, auteur, spreker en journalist Andrew Keen, bekend van o.a. ‘The Cult of the Amateur’ en groot Twitter fan maakt voor TechCrunchTV een zeer interessante podcast.

In ‘Keen on…’ interviewt hij opinie leiders in technologie, media en beleid. Recente voorbeelden: Sherry Turkle, Robert Scoble, Seth Godin, Kevin Kelly, Don Tapscott, etc. Het levert regelmatig interessante gesprekken op die lekker kort en to-the-point zijn. Een aanrader!

Mike-Daisey-Agony

Mike Daisey bezoekt Foxconn in Shenzhen

Vandaag bleef ik even hangen bij een interview met Mike Daisey over zijn monoloog ‘The Agony and the Ecstasy of Steve Jobs’. In deze monoloog gaat Daisey in op zijn bevindingen tijdens een verblijf van drie weken in Shenzhen/China, vestigingsplaats van Foxconn waar 800.000 mensen dagelijks met de hand o.a. iPhones in elkaar zetten.

Productieproces onderdeel van de esthetiek van een product?

Na het nieuws vorig jaar dat enkele medewerkers zelfmoord pleegden als gevolg van de slechte omstandigheden in de fabrieken heeft Daisey het op zich genomen om meer aandacht te vragen voor een vreemde tegenstelling. De ‘form over function’ producten van Apple benadrukken de esthetiek van technisch ontwerp, maar ze worden in elkaar gezet door mensen die in erbarmelijke omstandigheden moeten leven en werken om ons die apparaten op tijd te bezorgen. Je kijkt toch anders tegen je iPad 2 of iPhone 5 aan later dit jaar. Overigens stelt Mike dat het niet anders gesteld is bij de productie van Android toestellen of Windows 7 Phones. Hij pleit voor een signaal van consumenten naar producenten. Something to think about.

Mike (Februari/2011)

Filed Under: Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: andrew keen, foxconn, mike daisey, techcrunchtv, the agony and the ecstasy of steve jobs

The turning point between two eras

20th October 2010 by Mike 4 Comments

 

Fd Uit het FD van 7 oktober 2010:  Het doek is gevallen voor drukkersconcern Thieme Grafimedia. Na het eerdere bankroet van zes bedrijfsonderdelen is faillissement verleend voor nog eens dertien andere dochterbedrijven en is de ontmanteling van Thieme Groep een feit. Vrijwel de gehele Nederlandse grafische sector kampt met lage marges, die het gevolg zijn van aanhoudende overcapaciteit. De werkgelegenheid loopt terug. Ook marktleider Roto Smeets krimpt sterk in en wordt waarschijnlijk door een investeerder gekocht…

Screen shot 2010-10-16 at 6.00.03 PMVan de WikiwijsInHetOnderwijs site: op 14 oktober ontving het Wikiwijs-programma tijdens het congres ‘Burger bewust’ de eParticipatie Award 2010. Wikiwijs  is een webplatform waar docenten leermateriaal kunnen zoeken, gebruiken, maken en delen. Wikiwijs is opgezet met het doel het gebruik en hergebruik van open leermiddelen te bevorderen.

Zo maar twee nieuwsitems van de afgelopen weken die illustreren dat de wereld van de (educatieve) uitgevers in een hoog tempo aan het veranderen is. Waar in het verleden schaalgrootte het kenmerk van deze bedrijfstak was maken ICT gedreven technologische vernieuwingen het mogelijk dat productie- en distributieprocessen radicaal anders opgezet kunnen worden waardoor alle schakels in de keten onder druk komen te staan.

The past of printing

Een keten met 4 schakels

Om te kijken naar deze verschillende schakels bij het creëren van content, of het nu kranten, televisie, muziek of onderwijs ondersteunend materiaal betreft, kan de volgende verdeling gehanteerd worden:

  • Het begint altijd met de creatie, de schrijver / artiest / televisiemaker / filmmaker bedenkt het product waarbij deze vaak ondersteund wordt om tot de gewenste kwaliteit te komen (boekredactie, muziekproducent/mixer, filmproducent/montage).
  • Als de content er is moet deze vervolgens geproduceerd worden. Dit betreft het (massaal) vervaardigen van het product, schaal is om economische redenen essentieel hierbij.
  • De derde schakel betreft de distributie, ofwel het product, eventueel met gebruikmaking van de tussenhandel, naar de klant brengen.
  • De vierde en feitelijk belangrijkste schakel is het gebruik, het product gebruiken op de tijd / plaats / manier zoals de consument dat wil.

De vraag is wat nu het kenmerkende verschil is met het verleden. Als we de verschillende schakels langslopen lijkt er bij de creatie in principe niet veel veranderd, echter door de enorm toegenomen toegankelijkheid van gereedschappen voor het maken van content zijn veel meer mensen daadwerkelijk gaan creëren. Waar in het verleden alleen de grote bedrijven/studio’s zich state of the art apparatuur veroorloven konden, is dit door de enorme prijserosie voor eenieder bereikbaar geworden. Wel kan worden vastgesteld dat het maken van hoogwaardige content niet triviaal is en dat ondersteuning hierbij veel toegevoegde waarde genereren kan.

De andere schakels zijn in vergelijking met een aantal jaren geleden nog ingrijpender veranderd. Door de komst van printing-on-demand technieken is het bijvoorbeeld mogelijk boeken ook in (zeer) kleine oplages met voldoende lage kosten te produceren. Bij de creatie van eBoeken (nu al 5% van de verkoop) is het nog dramatischer. Productie en distributie zijn één geworden en door te downloaden produceert de afnemer zijn eigen exemplaar. De verwachting is dat met name dit grote gevolgen zal hebben voor het distributienetwerk. Op de PICNIC 2010 wist Charles Melcher (van Melcher Media) te vertellen dat als ergens rond 2015 zo’n 20% van verkochte boeken eBoeken zullen zijn dit het einde van ketens als Barnes & Nobles zal betekenen, waarna het percentage eBoeken alleen nog maar sneller zal toenemen.
De grote winnaar is uiteindelijk de consument. Deze krijgt een veel groter aanbod van producten die hij in principe op een device naar keuze zal kunnen gebruiken, information / music / entertainment / learning at your fingertips.

learning at your fingertips

Herschikking van de keten

Dit alles betekent wel dat de huidige rolverdeling in de productie van leermiddelen snel zal veranderen. De positie die de uitgevers daar traditioneel bekleden uit hoofde van hun defacto monopolie op productie en distributie is niet meer houdbaar. Toegegeven: uitgevers doen veel meer dan het produceren en distribueren van papier, met name hun rol ten aanzien van de kwaliteit van het materiaal is absoluut relevant. Echter deze rol kan ook anders ingevuld worden hetgeen een initiatief als Wikiwijs nu al aantoont. Uitgevers moeten zich realiseren dat hun huidige rol, die als basis hun snel eroderende pseudo-monopolie heeft, steeds minder vanzelfsprekend wordt. De eigenlijke creatie van leermateriaal gebeurt nu en in het verleden met name door het veld en dat kan straks op basis van WikiWijs-achtige constructies buiten de uitgevers om, een kwalitatief minstens gelijkwaardig aanbod van leermiddelen neerzetten.

Uitgevers kunnen veel waarde toevoegen met name in een ondersteunende rol bij de creatie van materiaal. Ook zit er veel toegevoegde waarde in het bieden van een structuur (methode). Hiermee wordt een match geboden tussen de eisen die aan een opleiding worden gesteld (eindtermen) en het materiaal dat aan die eisen helpt voldoen. Uitgevers zijn echter niet de enige partijen die de expertise hebben om deze waarde te leveren. Wat daarbij nog wel onduidelijk is hoe het verdienmodel voor dergelijke diensten er uit kan zien. Zeker zodra de marge op productie en distributie naar nul gaat tenderen kunnen deze kosten van kwaliteitsborging en het aanbrengen van de structuur niet meer over grote oplages uitgesmeerd worden. Als de uitgevers relevant willen blijven zullen ze de komende tijd moeten experimenteren en zich bezinnen op een nieuw rol in de keten. Als ze dat niet willen of kunnen doen wacht ze waarschijnlijk het lot van de muziekindustrie waar de markt al volledig herschikt is. Overigens zonder nadelige gevolgen voor de gemiddelde muzikant of hun fans, er wordt meer muziek uitgebracht dan ooit tevoren.

Een ding is echter zeker: het verleden komt nooit meer terug of in Arthur C. Clarke’s woorden: `We stand now at the turning point between two eras. Behind us is a past to which we can never return …

A past to which we can never return

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans pronk & michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

Filed Under: Conferentie, Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: disruptie, eboeken, innovatie, keten, leermateriaal, onderwijs, uitgever

Een zomer met TED global 2010 in Oxford

30th September 2010 by Mike Leave a Comment

Deze zomer had ik opnieuw het voorrecht om in Oxford de hele week TED global 2010 bij te wonen. De diversiteit van prikkelende, veelal briljante presentaties, de intensiteit van de discusses met mede-bezoekers, het enorme tempo en de sfeervolle omgeving in Oxford maken de conferentie een geweldige intellectuele achtbaan. Voordat ik vertel over de conferentie en waarom jij ook zou moeten gaan ;-) mijn eerste tip.

Sugata Mitra hield een boeiend, grappig en zeer interessant verhaal over ‘self organized learning’ dat hij bij herhaling aantoont in experimenten waar hij groepjes kinderen een computer biedt en hen zonder verdere instructie achterlaat….

TED global beste conferentie?!

  Afgaand op mijn ervaringen met conferenties nationaal en internationaal vind ik TED global de beste conferentie die ik ken. Sorry picnic, pinc, next web e.a. dat is hoe ik het zie. De hoge kwaliteit van sprekers, onder druk van sprekers voor hen en eeuwige roem via online video, de minitieuze voorbereiding van zowel talks, organisatie als reis & verblijf is ongeëvenaard. Elitair en duur, euh ja deels wel. Maar de kosten zijn ‘all inclusive’ ;-) en dan vergelijkbaar met andere internationale conferenties van een volle week.
Ted2011

Elitair? Intussen niet meer vind ik, en zeker niet TED global. Hoewel de laatste wordt beschouwd als het kleinere broertje van de ‘moeder’-TED in Long Beach, Californië, is dat zeker niet (meer) zo. Door de wol geverfde TEDsters vertelden me in Oxford dat in Europa een jonger, nieuw publiek komt terwijl de gevestigde oude garde in de USA de meeste plaatsen opeist voordat je kunt proberen in te schrijven. Voor TED global moet je flink je best doen met een aantal korte essays waarmee je pitcht voor een plekje, maar het is te doen. Elitair? De lat ligt hoog, maar dat mag.

Waarom deelnemen?

Because you can !-) Seth Godin, één van mijn favoriete auteurs over ‘de nieuwe linchpin kenniswerker’ zegt in elk van zijn boeken wel een paar keer: daag jezelf uit, doe iets wat je anders nooit doet. Lees een blad dat niet over jouw werk of hobby’s gaat en bezoek een conferentie die over allerlei onderwerpen gaat die op het eerste gezicht geen directe relatie hebben met jouw expertisegebied… Diversiteit, cross-disciplinariteit, discussies op het grensgebied van twee klassieke specialisaties, daar gebeuren de interessante dingen, daar vinden we de oplossingen voor problemen die we vanuit één koker niet kunnen oplossen.

Inhoudelijke uitblinkers

Ruim 100 sprekers in één week, welke wil je daarvan per sé zien? Nog lang niet alles staat online, maar ik heb alvast een kleine selectie voor je gemaakt die mijns inziens tot de top presentaties behoren.

Mattridley

Wetenschapsauteur Matt Ridley legt op humoristische wijze uit dat vooruitgang plaatsvindt door ‘ideas having sex with eachother’. Het is niet een individueel genie dat het verschil maakt maar de verzamelde intelligentie van het collectief. Kijk hier naar ‘When ideas have sex’.

Stevenjohnson

Bestseller auteur Steven johnson vertelt hoe het café de mensheid ontnuchterde… En dat briljante ingevingen niet ineens komen maar als een netwerk van inzichten dat langzaam groeit. Kijk hier naar ‘Where good ideas come from’. Zeer lezenswaardig van steven johson is ook ‘Everything bad is good for you’, een verhandeling over de positieve effecten van nieuwe media op jongeren.

Lauriesantos

Wetenschapper Laurie Santos maakt pijnlijk duidelijk dat de mensheid niet zo slim is als ze zelf denkt, en dat haar irrationaliteit heel vergelijkbaar is met het gedrag van primaten. Een inzichtelijk verhaal met leuke experimenten met apen in markten vergelijkbaar met de onze. Kijk hier naar ‘A monkey economy as irrational as ours’.

Davidmccandless

Journalist, data-fan en grafisch vormgever David McCandless laat prachtige data visualisaties zien uit zijn boek ‘Information is beautifull’. Hij illustreert treffend dat informatie vaak pas zinvol beoordeeld kan worden in de juiste context en betoogd dat visualisatie de manier is om information overload terug te dringen. Kijk hier naar ‘The beauty of data visualization’.

Christienmeindert

In Nederland gaf Christien Meindert tijdens TEDx Amsterdam 2009 een boeiende presentatie over de vele uiteenlopende producten waarin (delen van een) varken gebruikt worden. Grappig, interessant en ook een beetje ontluisterend. Zoals steeds vaker vond de TED organisatie haar TEDx presentatie zo goed dat ze haar vroegen op de conferentie te spreken. Kijk hier naar ‘How pig parts make the world turn’.

Mazjobrani

In een zeldzame glitch van de organisatie viel bij het begin van een sessie de stroom uit. Daar zaten 700 mensen in een schemerig theater… Na een prachtig stukje opera van een begenadigd zangeres die in het publiek bleek te zitten deed ook standup comedian Maz Jobrani een improvisatie. Over een bug die een feature bleek gesproken ;-) Kijk hier naar zijn ‘officiele’ talk toen de camera het wel deed… ‘Did you hear the one about the Iranian-American?’.

Tot zover een bloemlezing van de beste sprekers die al online staan sinds de conferentie 16 juli jl. afliep. Bij elkaar een avondje TED aan presentaties, plug je laptop in je TV, have fun & learn! Een goed alternatief voor reizigers is de TEDTalks vodcast die bijna dagelijks een nieuwe video biedt die zojuist online is gezet.

Enjoy!
Mike (september/2010)

Filed Under: Conferentie, Onderwijs, Presentatie, Science, Web/Tech Tagged With: best of, education, talks, ted global 2010

Free: a blast from the Future

21st July 2010 by Mike 1 Comment

Everything flows, nothing stands still.1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder  jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk.
De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van groepen zoals bijvoorbeeld U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van
fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There
is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat
ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans
pronk
& michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: business modellen, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors, impact, onderwijs

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Page 4
  • Page 5
  • Go to Next Page »

© 2025 It's right to be wrong. All Rights Reserved.