• Skip to main content

It's right to be wrong

Michael van Wetering ✝ 2021

​Strategic Advisor Innovation, interpreter on technology for education

Onderwijs

Een zomer met TED global 2010 in Oxford

30th September 2010 by Mike Leave a Comment

Deze zomer had ik opnieuw het voorrecht om in Oxford de hele week TED global 2010 bij te wonen. De diversiteit van prikkelende, veelal briljante presentaties, de intensiteit van de discusses met mede-bezoekers, het enorme tempo en de sfeervolle omgeving in Oxford maken de conferentie een geweldige intellectuele achtbaan. Voordat ik vertel over de conferentie en waarom jij ook zou moeten gaan ;-) mijn eerste tip.

Sugata Mitra hield een boeiend, grappig en zeer interessant verhaal over ‘self organized learning’ dat hij bij herhaling aantoont in experimenten waar hij groepjes kinderen een computer biedt en hen zonder verdere instructie achterlaat….

TED global beste conferentie?!

  Afgaand op mijn ervaringen met conferenties nationaal en internationaal vind ik TED global de beste conferentie die ik ken. Sorry picnic, pinc, next web e.a. dat is hoe ik het zie. De hoge kwaliteit van sprekers, onder druk van sprekers voor hen en eeuwige roem via online video, de minitieuze voorbereiding van zowel talks, organisatie als reis & verblijf is ongeëvenaard. Elitair en duur, euh ja deels wel. Maar de kosten zijn ‘all inclusive’ ;-) en dan vergelijkbaar met andere internationale conferenties van een volle week.
Ted2011

Elitair? Intussen niet meer vind ik, en zeker niet TED global. Hoewel de laatste wordt beschouwd als het kleinere broertje van de ‘moeder’-TED in Long Beach, Californië, is dat zeker niet (meer) zo. Door de wol geverfde TEDsters vertelden me in Oxford dat in Europa een jonger, nieuw publiek komt terwijl de gevestigde oude garde in de USA de meeste plaatsen opeist voordat je kunt proberen in te schrijven. Voor TED global moet je flink je best doen met een aantal korte essays waarmee je pitcht voor een plekje, maar het is te doen. Elitair? De lat ligt hoog, maar dat mag.

Waarom deelnemen?

Because you can !-) Seth Godin, één van mijn favoriete auteurs over ‘de nieuwe linchpin kenniswerker’ zegt in elk van zijn boeken wel een paar keer: daag jezelf uit, doe iets wat je anders nooit doet. Lees een blad dat niet over jouw werk of hobby’s gaat en bezoek een conferentie die over allerlei onderwerpen gaat die op het eerste gezicht geen directe relatie hebben met jouw expertisegebied… Diversiteit, cross-disciplinariteit, discussies op het grensgebied van twee klassieke specialisaties, daar gebeuren de interessante dingen, daar vinden we de oplossingen voor problemen die we vanuit één koker niet kunnen oplossen.

Inhoudelijke uitblinkers

Ruim 100 sprekers in één week, welke wil je daarvan per sé zien? Nog lang niet alles staat online, maar ik heb alvast een kleine selectie voor je gemaakt die mijns inziens tot de top presentaties behoren.

Mattridley

Wetenschapsauteur Matt Ridley legt op humoristische wijze uit dat vooruitgang plaatsvindt door ‘ideas having sex with eachother’. Het is niet een individueel genie dat het verschil maakt maar de verzamelde intelligentie van het collectief. Kijk hier naar ‘When ideas have sex’.

Stevenjohnson

Bestseller auteur Steven johnson vertelt hoe het café de mensheid ontnuchterde… En dat briljante ingevingen niet ineens komen maar als een netwerk van inzichten dat langzaam groeit. Kijk hier naar ‘Where good ideas come from’. Zeer lezenswaardig van steven johson is ook ‘Everything bad is good for you’, een verhandeling over de positieve effecten van nieuwe media op jongeren.

Lauriesantos

Wetenschapper Laurie Santos maakt pijnlijk duidelijk dat de mensheid niet zo slim is als ze zelf denkt, en dat haar irrationaliteit heel vergelijkbaar is met het gedrag van primaten. Een inzichtelijk verhaal met leuke experimenten met apen in markten vergelijkbaar met de onze. Kijk hier naar ‘A monkey economy as irrational as ours’.

Davidmccandless

Journalist, data-fan en grafisch vormgever David McCandless laat prachtige data visualisaties zien uit zijn boek ‘Information is beautifull’. Hij illustreert treffend dat informatie vaak pas zinvol beoordeeld kan worden in de juiste context en betoogd dat visualisatie de manier is om information overload terug te dringen. Kijk hier naar ‘The beauty of data visualization’.

Christienmeindert

In Nederland gaf Christien Meindert tijdens TEDx Amsterdam 2009 een boeiende presentatie over de vele uiteenlopende producten waarin (delen van een) varken gebruikt worden. Grappig, interessant en ook een beetje ontluisterend. Zoals steeds vaker vond de TED organisatie haar TEDx presentatie zo goed dat ze haar vroegen op de conferentie te spreken. Kijk hier naar ‘How pig parts make the world turn’.

Mazjobrani

In een zeldzame glitch van de organisatie viel bij het begin van een sessie de stroom uit. Daar zaten 700 mensen in een schemerig theater… Na een prachtig stukje opera van een begenadigd zangeres die in het publiek bleek te zitten deed ook standup comedian Maz Jobrani een improvisatie. Over een bug die een feature bleek gesproken ;-) Kijk hier naar zijn ‘officiele’ talk toen de camera het wel deed… ‘Did you hear the one about the Iranian-American?’.

Tot zover een bloemlezing van de beste sprekers die al online staan sinds de conferentie 16 juli jl. afliep. Bij elkaar een avondje TED aan presentaties, plug je laptop in je TV, have fun & learn! Een goed alternatief voor reizigers is de TEDTalks vodcast die bijna dagelijks een nieuwe video biedt die zojuist online is gezet.

Enjoy!
Mike (september/2010)

Filed Under: Conferentie, Onderwijs, Presentatie, Science, Web/Tech Tagged With: best of, education, talks, ted global 2010

Free: a blast from the Future

21st July 2010 by Mike 1 Comment

Everything flows, nothing stands still.1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder  jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk.
De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van groepen zoals bijvoorbeeld U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van
fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There
is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat
ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans
pronk
& michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: business modellen, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors, impact, onderwijs

Onderwijs vernieuwing, hoe doe je dat? Radical zegt Charles Leadbeater

29th June 2010 by Mike Leave a Comment

Charles Leadbeater pleit voor een radicale aanpak van onderwijsvernieuwing. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen verschillende soorten innovatie en pleit ervoor dat het tijd is voor radicale verandering, buiten het huidige systeem. Bekijk zijn argumentatie in zijn nieuwste TED talk getiteld: ‘Education innovation in the slums’.

Zijn verhaal is gebaseerd op een eerder dit jaar gepubliceerd rapport dat tot stand kwam in samenwerking met Cisco. In ‘Learning from the Extremes’ onderzoekt Leadbeater eens niet de grote successen maar de oplossingen die gevonden worden in kansarme gebieden, zonder middelen, waar onderwijs direct een praktische toegevoegde waarde moet hebben.

Hij stelt dat de deplorabele staat onze onderwijssystemen, gebaseerd op 19e eeuwse beginselen, toe zijn aan radicale vernieuwing. Wat mij betreft een waardevolle toevoeging aan de discussie en een overtuigend argument in het licht van noodzakelijke besparingen die gepaard moeten gaan met kwaliteits- en productiviteitsverbeteringen. Dat lijkt inderdaad lastig haalbaar met incrementele verbeteringen binnen de bestaande kaders.

Mike (Juni/2010)

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Presentatie Tagged With: charles leadbeater, education, innovation, radical

‘Het Internet doet het niet!’, herinneringen aan Jo van Nunen

31st May 2010 by Mike Leave a Comment

EURIn 1992 begon ik als versgebakken Informaticus van de Vrije Universiteit Amsterdam bij de Factulteit  Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam (EUR) a.k.a. Rotterdam School of Management (RSM). Bij de vakgroep Informatie- en Beslissingswetenschappen was Prof. Dr. Ir. J.A.E.E van Nunen vakgroepvoorzitter, en hij was een man met visie. Binnen zijn vakgroep was een complete computerafdeling opgenomen die naast de gebruikelijke ondersteunende taken ook wetenschappelijke en onderwijstoepassingen ontwikkelde. Daar mocht ik beginnen als ontwikkelaar, een speeltuin!

Wetenschap in de Praktijk, de Praktijk in het Onderwijs

Jo Jo was een mensenmens zoals Hans Pronk mijn goede vriend en voormalige collega bij o.a. de EUR laatst opmerkte. Prototype grote mond, groot gouden hart en zoals helaas bleek fysiek zwak hart. Hij wilde graag weten dat hij volop meedeed in ‘leuke nieuwe dingen’ zoals hij alle innovatie noemde, maar hij waardeerde goede mensen en wist die ook feilloos om zich heen te verzamelen.
Jo’s unieke kwaliteit, dat wat ik met name van hem geleerd heb, is de continue koppeling leggen tussen werelden die elkaar traditioneel niet zo liggen. Met zijn wetenschappers ging hij praktijkproblemen bij grote multinationals te lijf, denk bijvoorbeeld aan Heineken en Xerox, maar ook de Nederlandse Spoorwegen en natuurlijk zijn geliefde Rotterdamse Haven. Zeer complexe logistieke problemen waar beslissingswetenschappen cruciale vragen kon helpen beantwoorden om vraag en aanbod zo efficient mogelijk bij elkaar te brengen. Waar brouw ik welk bier om een lokale vraag te kunnen vervullen met zo min mogelijk vervoerskosten? Wanneer laat ik waar welke treinen rijden, of schepen laden/lossen en varen?

Ik mocht als ontwikkelaar (simulatie)software schrijven die zo experimenteel was dat het economisch eigenlijk onverantwoord was. Maar dergelijke risico’s nemen is in wetenschap en onderzoek juist de bedoeling! Met zijn staf bood jo daarmee eigenlijk consultancy in het bedrijfsleven, ontwikkelde zijn eigen tools voor verder ondezoek en verdiende wat extra geld voor congressen en opleidingen voor zijn mensen. De projecten in het bedrijfsleven introduceerde hij als cases voor de simulatiesoftware direct in het bedrijfskunde onderwijs. Een werkwijze met mooie opbrengsten voor alle betrokkenen.

‘Het Internet doet het niet!’

Naast het begeleiden van praktica met eerdergenoemde cases voor simulaties gaven we als leden van de vakgroep ook colleges in internetgebruik aan MBA en MBI studenten. Jo noemde dat internetgedoe spielerei, het was volgens hem niet betrouwbaar genoeg voor echte bedrijfstoepassingen. Maar hij volgde met interesse hoe wij de eerste webservers opzetten. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem ertoe elke nieuwe website die opkwam te volgen, dat kon toen nog met een nederlandse kaart die een uitputtende opsomming bevatte van alle sites in nederland! Op een ochtend was die pagina niet beschikbaar, Jo riep toen onsteld ‘Het Internet doet het niet!’.

U begrijpt, ik heb vele goede herinneringen aan Jo. Hij was veeleisend en drukte nadrukkelijk zijn stempel op onze projecten, het was soms vechten voor je eigen invullingsruimte. Maar hij was altijd bereid te gaan voor vernieuwing, hij durfde risico’s te nemen en aarzelde niet zijn reputatie op het spel te zetten. Binnen de universiteit leidde dat steevast tot spanningen, wij van bedrijfskunde wilden altijd meer en beter. De discussies met de centrale computerafdeling van de universiteit zijn legendarisch. Jo ontregelde een keer een overleg door tijdens het betoog van zijn opponent luidruchtig koffie en thee in te schenken en nadrukkelijk te informeren of er misschien suiker of melk gewenst was ;-) Ook hen pushte hij verder te gaan en dat was ook wel nodig, de EUR was de enige universiteit in Nederland met een 64 kbit (!) verbinding voor de hele universiteit begin jaren 90! De rest was al naar het razendsnelle 2 Mbit overgestapt…

Afscheid

Jo overleed jongstleden Hemelvaartsdag, geheel in stijl, tijdens een congresbezoek in Vancouver. Wrang genoeg slechts enkele maanden voor zijn pensioen, of herstart zoals hij het steevast noemde, een feest dat Rotterdam helaas moet missen. Hij zou ook (nog) meer tijd met zijn gezin, dochters, schoonzonen en kleinkinderen gaan besteden. Met zijn tempo en intensiteit heeft hij enorm veel gestopt in die 64 jaar, maar eenieder die hem kende was toch reuze benieuwd waar zijn tomeloze energie en enthousiasme verder nog toe geleid zou hebben. Zijn vele vrienden vertelden in mooie verhalen hoe zij zijn steun node zouden missen, want ook daar vond hij altijd tijd voor.

‘Live fast, die young and leave a beautifull corpse’ zou je kunnen zeggen. Zelf verwoordde bourgondiër Jo het altijd als volgt: ‘De dokter zei me dat ik voor mijn lengte te dik ben, toen antwoordde ik: maar dan ben ik niet te dik dokter, maar te kort!’ gevolgd door zijn eigen bulderende lach.

Vaarwel Jo
Mike (Mei/2010)

 

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: bedrijfskunde, erasmus university, EUR, jo van nunen, nagedachtenis, RSM

Cloudcomputing geef Ruimte, vergt Vertrouwen en plaatst de Gebruiker in de Driving Seat

10th April 2010 by Mike Leave a Comment

Vandaag organiseerden Kennisnet en Microsoft in nauwe samenwerking een ééndaags seminar voor de Regiegroep van het Kennisnetwerk Limburg. Duo’s van Schoolleiders en ICT-verantwoordelijken kwamen naar Brussel waar het STIC (School Technology Innovation Centre) van Microsoft gevestigd is. Dit unieke centrum biedt op de praktijk gerichte demonstraties van nieuwe technologie en wordt gecoördineerd door Jacques Denies. Vanuit zijn onderwijsachtergrond geeft Jacques toelichting op innovaties vanuit het perspectief van een school. Zijn bescheiden en down to earth aanpak is zeer aanstekelijk en werkt inspirerend. Dit gecombineerd met gastvrijheid en catering van Belgische kwaliteit maakt een bezoek aan het STIC naast nuttig ook heel aangenaam. Dankjewel Jacques!

De betekenis van Cloudcomputing voor Onderwijs

Na een rondleiding door het STIC verzorgde ik een presentatie over het specifieke thema van de dag: Cloudcomputing. Welke impact heeft cloudcomputing op onderwijs en de inzet van ICT in het onderwijs? Waar ik in eerdere presentaties het afgelopen half jaar met name bewustzijn wilde kweken ben ik voor deze gelegenheid dieper in de materie gedoken.

Anyplace-anytime-with-anything v1.0

De kernpunten van mijn verhaal zijn de volgende:

  1. Cloudcomputing geeft ruimte, het ontzorgt de toepassing van ICT in onderwijs maar belangrijker: het biedt ook de basis voor samenwerkend en gepersonaliseerd leren dat onafhankelijk is van plaats, tijd of specifieke apparatuur. Gegevens en toepassingen zijn altijd en overal beschikbaar in de cloud. De onderwijsvisie wordt nu leidend bij de keuze voor toepassingen en gebruikslocaties en de daarbij behorende apparatuur en faciliteiten. Beperkingen van eigen locaties of infrastructuur zijn daarbij geen randvoorwaarde meer.
  2. Cloudcomputing vergt vertrouwen, we vertrouwen zonder nadenken elke dag op de zoekresultaten van Google die bepalen welk materiaal we gebruiken en wat we relevante antwoorden achten op onze vragen. Toch hebben we moeite met het vertrouwen van soortgelijke clouddiensten voor email, agenda en online samenwerking. Welke onderliggende twijfels veroorzaken die houding en in hoeverre zijn die twijfels terecht?
    M.b.t. privacy en integratie zijn er aandachtspunten bij de inzet van applicaties, maar die zijn niet nieuw of specifiek voor het cloudcomputing model. Maak goede afspraken met leveranciers over privacy en veiligheid en eis ondersteuning van open standaarden in het belang van informatie-uitwisseling en -behoud, cloud of niet. Het gaat denk ik toch vooral om het gevoel van verlies van controle, en dat is deels terecht. Maar de winst die het cloudmodel oplevert compenseert dit ruim! Wie overweegt vandaag nog een eigen aggregaat in de tuin te zetten of een put te slaan? Electriciteit en water zijn nutsvoorzieningen, software wordt dat ook. Bedenk welke noodscenario’s vereist zijn (zaklamp in de meterkast, kaarsen en lucifers op voorraad), tref enige voorbereiding waar relevant en vertrouw op het improvisatietalent van mensen ;-)
  3. Cloudcomputing zet de gebruiker in de Driving Seat, waar de ICT dienstverlening in onderwijs behoorlijk aanbodgedreven was/is wordt het nu volop mogelijk functionaliteit te ‘shoppen’. De aard van cloudservices, elastische abonnementen betaald naar gebruik of helemaal gratis, maakt het mogelijk zonder startinvesteringen of uitrol (een willekeurige webbrowser volstaat voor elke cloudservice) een applicatie te gaan gebruiken en daar ook weer mee te stoppen zonder desinvestering.
    Voor ICT beheerders betekent dit ook een behoorlijke omslag, ze vrezen terecht verlies van taken, bevoegdheden en invloed. Maar zowel voor hen als de onderwijs organisatie ligt hierin ook een mooie kans. Er komt menskracht vrij om docenten en ondersteunend personeel te begeleiden bij het effectief en veilig inzetten van nieuwe toepassingen.

Onderstaand mijn presentatie, direct te bekijken en ook te downloaden van slideshare, een uitstekende cloudservice om presentaties online te geven/delen. In de powerpoint notitie ruimte heb ik een weergave opgenomen van mijn betoog bij elke plaat.

Shlideshare from hyun

Gratis kan toch nooit goed zijn?

Oh-yes-its-free-sign

Er is nog een aspect van cloudcomputing dat discussie oproept: kunnen gratis diensten wel kwaliteit bieden? En wie betaalt ervoor, want echt gratis kan het toch niet zijn? Wat is de truc? Betaal ik niet stiekum alsnog?
Gek genoeg vertrouwen we Google’s gratis zoekdienst wel, wie betaalt dat dan? U, alleen niet in euro’s maar met uw keuzes. Bij elke zoekopdracht kiest u het meest relevante zoekresultaat voor uw zoekterm. Die klik gebruikt Google om de zoekresultaten van hun pagerank algoritme te verbeteren voor de volgende gebruiker. U helpt Google dus steeds betere zoekresultaten te leveren en dat trekt meer gebruikers aan. Daardoor is Google aantrekkelijk voor adverteerders en klikken ook steeds meer mensen op de advertenties. Zo verdient Google meer geld.
Bij Google Mail, Calendar & Docs wordt de inhoud gescand op sleutelwoorden en worden naast uw mail en documenten relevante advertenties getoond. Daarmee betaalt u voor uw Google services.

De interessante vraag is dan ook: wie betaalt voor een dienst? in welke valuta? (euro’s, aandacht, reputatie, expertise) en vindt ik dat acceptabel?

Over ‘free’ is nog veel meer te zeggen, daar besteed ik binnenkort een aparte post aan, als het je intrigeert lees dan ‘Free, the Future of a radical Price’ van Wired hoofdredacteur Chris Anderson, een absolute aanrader!

Tot slot

Na de presentatie en een prima discussie over cloudcomputing in onderwijs bood de middag nog enkele verdiepingssessies over o.a. Office 2010/Onenote en hun cloudconnecties, online samenwerking in de cloud met o.a. Live Meeting en Live@Edu (microsofts gratis cloudaanbod aan het onderwijs voor mail, agenda, online bestanden delen, etc.)
In een afsluitende discussie bleek de groep de nodige strategische inzichten verworven te hebben die na het weekend ongetwijfeld tot interessante discussies gaan leiden in de respectievelijke onderwijsinstellingen. Veelal concludeerde men dat de cloud sneller relevant is voor onderwijs dan verwacht.

Mike (April/2010)

Filed Under: Onderwijs, Presentatie, Web/Tech Tagged With: cloudcomputing, education, free, gratis, onderwijs

IPON 2010: Social in the Cloud

17th March 2010 by Mike Leave a Comment

Ipon2010

Net terug uit Washington stond de IPON 2010 al weer voor de deur. Ik mocht dit jaar twee workshops verzorgen namens Kennisnet: “Social Media inzetten in Onderwijs?!” en “Cloudcomputing: Hype of kans voor Onderwijs“.
Omdat ik al vaker presentaties heb gegeven en gepubliceerd over deze onderwerpen beperk ik me hier tot verwijzingen naar de presentaties (inclusief notes onder de sheets) op slideshare. Per sessie wil ik nog wel even ingaan op de discussies die gevoerd werden na mijn inleidingen.

Social Media inzetten in Onderwijs?!

Het is erg leuk om te merken dat het onderwerp begint te leven. Het inzicht dat dit type internet toepassing beter benut dan uitgebannen kan worden in de schoolcontext is steeds vaker het startpunt. Dan komen ook de echt interessante discussies los, want hoe pas je de principes van sociale media toe zonder dat het een puinhoop wordt in de klas?

Hoopgevend is dat de inzichten van mijn publiek bij de IPON grote overeenkomsten vertonen met eerdere discussies in het veld: voorzichtig maar constructief en belangstellend. Op hoofdlijnen benadrukt men: sluit aan bij de dagelijkse onderwijspraktijk en zorg daar voor directe toegevoegde waarde. Laat het praktisch nut hebben dat je actief ben in zo’n omgeving.

Dit geld zowel voor:

  • Docenten: onderlinge samenwerking bij lesvoorbereiding, toetsing, etc.
  • Leerlingen: samen werken aan huiswerk en voorbereiding op toetsen voor een specifiek vak
  • Ouders: thuis meekijken/meepraten over je kind op school op tijden dat het je wel uitkomt!

Winkwaves

Kennisnet brengt binnenkort een, al zeg ik het zelf als kennisnetter :-), zeer lezenswaardig rapport uit dat in nauwe samenwerking met Winkwaves tot stand is gekomen. Kennisnet en Winkwaves (een innovatief bureau voor social media en kennismanagement in den haag) hebben in een verkenning van social media in het onderwijs intensieve gesprekken gevoerd op enkele scholen. Het rapport doet verslag van onze inzichten tot nu toe en biedt ook een prima algemene inleiding in het fenomeen sociale media zonder heel technisch te worden. We concluderen het rapport met enkele voorstellen voor praktische toepassingen in het onderwijs. Op dit moment zoeken we instellingen waarmee we gerichte experimenten kunnen uitvoeren. Zodra ik meer weet zal ik dat hier zeker melden.


Cloudcomputing: Hype of kans voor Onderwijs?!

Deze keer trof ik behoorlijk wat mensen die zich nog aan het oriënteren waren op wat nu precies bedoeld wordt met de kreet ‘Cloudcomputing’. Meer nog dan vorige keren heb ik benadrukt dat dit nieuwe paradigma voor het gebruik van software ongelofelijk belangrijk is voor met name het lagere en middelbare onderwijs.

Cloud-computing-lek-wolken

Software die direct te gebruiken is zodra je maar ergens over een willekeurige computer met een internet browser en verbinding kunt beschikken is zoveel eenvoudiger te onderhouden en overal te gebruiken. Geen installaties meer, geen backups, geen volle schijven, geen oude/afgeschreven servers, etc. Kapotte computer, crash door virus? Schoonvegen of omwisselen, inloggen op het web en verder werken met je eigen gegevens. En met name ook de mogelijkheden voor samenwerking en communicatie in groepen sluit heel goed aan bij de toekomst die we voor werken en leren zien.

Ik heb me dan ook voorgenomen een wat andere insteek te kiezen bij volgende verhalen die ik over cloudcomputing in onderwijs zal houden. Ik zal zeker ook aandacht blijven besteden aan de privacy- en integratieaspecten die bij cloudcomputing spelen. Maar redenerend vanuit de toekomst van onderwijs en werken en de noodzaak met minder middelen betere resultaten te boeken is cloudcomputing in mijn oordeel intussen een zogenaamde ‘no brainer’.

Ook hier doet Kennisnet een verkenning, na het uitpluizen van alle definities en meningen en goede gesprekken met o.a. Microsoft en Google hebben we binnenkort een intervisie dag in het MBO. Ook in de andere sectoren zoeken we afstemming met instellingen om te controleren of we de juiste toon raken met onze verkenning. We hopen snel daarna tot een goed bruikbare publicatie te komen. Ook daarvan houd ik jullie op de hoogte.

Mike (Maart/2010)

Filed Under: Conferentie, Onderwijs, Presentatie, Web/Tech Tagged With: cloud computing, education, social media

  • « Go to Previous Page
  • Page 1
  • Page 2
  • Page 3
  • Page 4
  • Page 5
  • Page 6
  • Go to Next Page »

© 2025 It's right to be wrong. All Rights Reserved.