• Skip to main content

It's right to be wrong

Michael van Wetering ✝ 2021

​Strategic Advisor Innovation, interpreter on technology for education

free

Free: a blast from the Future

21st July 2010 by Mike 1 Comment

Everything flows, nothing stands still.1
Het fascinerende van veel technologische vernieuwingen is dat ze, naast de directe wow-factor van de techniek zelf, vaak leiden tot verstoringen – of misschien beter veranderingen – van de tot dan geldende aannames onder (business) modellen, markten, economieën en schijnbaar natuurlijke evenwichten. Zaken die onmogelijk leken worden toch mogelijk, en dan vaak in een tempo en op zoveel gebieden tegelijk dat de gevolgen van de combinaties van elkaar versterkende vernieuwingen nauwelijks nog te bevatten, laat staan te voorspellen zijn.

Moore’s Law
Al in 1965 formuleerde Gordon Moore, mede oprichter van Intel, de naar hem vernoemde Moore’s Law. Hij constateerde toen dat de rekenkracht van chips elke 18 maanden verdubbelde bij gelijkblijvende kosten. Destijds voorspelde hij dat dit nog zeker 10 jaar zou voortduren. Intussen weten we dat de verdubbellingstijd is teruggelopen tot 1 jaar en belangrijker, dat de wet nog steeds opgaat. Moore’s Law betekent dat de belangrijkste ICT ‘productiefactoren’ (opslagruimte, computerkracht en bandbreedte) ieder  jaar halveren in prijs c.q. verdubbelen in capaciteit. In vijf jaar betekent dit een factor 32, in tien jaar zelfs een factor 1024! En de wet geldt al voor alle drie de terreinen apart, laat staan als naar het geheel gekeken wordt.

Gordon Moore

Deze voortdurende gigantische verbetering van de prijs/capaciteit verhouding – of eigenlijk de voortdurende prijs-erosie – maken de huidige innovaties op het internet mogelijk.
De kosten van het aanbieden van producten en diensten via internet zijn zeer laag geworden. Daarbij komt nog dat het qua kosten niet veel uitmaakt of een site veel of weinig bezoekers trekt, de marginale kosten tenderen dus naar nul. In de traditionele economie was dit tot nu toe vrijwel nooit het geval en de daar vigerende businessmodellen voorzien hier derhalve niet in. Gevolg is dat er nu veel geëxperimenteerd wordt met nieuwe modellen waarbij een sterke asymmetrie bestaat tussen kosten en opbrengsten e.g. de “normale” relatie tussen kosten en opbrengsten verdwijnt. Voor de klanten lijkt het gebruik gratis waarbij het geld dus op een andere wijze verdiend wordt.

The Long Tail
Anderson’s boek “The ‘Long Tail” beschreef al hoe door technologische innovatie en hiermee gepaard gaande kostendaling de tot dan geldende economische waarheden onwaar kunnen worden. In de Long Tail gaat het specifiek om radicale verandering in de zoekkosten en de opslag & distributiekosten. Waar deze kosten de markt bepalen is de impact van een radicale verandering daarin vanzelfsprekend groot, met de onvermijdelijke aanpassing van de markt, meestal in weerwil van wanhopig verzet van gevestigde marktpartijen.

Voorbeelden hiervan worden volop gevonden in de mediawereld. In de muziekindustrie, de traditionele media (kranten en deels tijdschriften), de televisiewereld en ook in de filmindustrie zijn de effecten van de digitalisering van media op o.a. opslag en distributiekosten enorm, zeker in combinatie met ubiquitous Internettoegang die altijd en overal zoeken met elk device mogelijk maakt.

Cover longtail

In de muziekindustrie kan je vaststellen dat steeds meer mensen muziek al dan niet legaal gratis downloaden. Wel betaalt men dan zonder morren voor een concert van een artiest. Het is dus niet zo dat we nergens voor willen betalen, we willen alleen het gevoel hebben dat wat we betalen een redelijke prijs is voor de geleverde tegenprestatie. En een extra kopie van een set mp3 bestanden kost de artiest niets, de kosten voor opslagruimte en bandbreedte dragen we zelf en/of zijn verwaarloosbaar. Als hiervoor een bedrag gevraagd wordt dat naar ons gevoel niet “klopt” dan wijkt men massaal probleemloos uit naar een alternatief bijvoorbeeld illegale downloads. Een live concert van een artiest heeft echter een andere waarde, zo  betaalt men rustig honderden euro’s voor een concertkaartje. Een mooi voorbeeld is het optreden van groepen zoals bijvoorbeeld U2 in Moskou, die daar amper CD’s verkoopt maar wel volle zalen trekt. Het zakelijk model wordt hierdoor heel anders en dat gevestigde platenlabels protesteren tegen deze marginalisering van hun rol is heel begrijpelijk, alleen niet erg zinvol.

Kostenopbouw
Als we naar de kostenopbouw van veel (traditionele) producten kijken blijkt dat de intrinsieke kosten meestal slechts een fractie van de totale kosten vertegenwoordigen. De kosten van de krant zitten niet in het fysieke stuk papier wat je uiteindelijk in je handen houdt maar is een optelsom van het bezitten en exploiteren van een print-faciliteit, het transport van de gedrukte kranten, het bezit van een netwerk van
fotografen en verslaggevers, etc. Een krant als de New York Times kan van de druk- en transportkosten van een paar maanden al haar abonnees een e-reader geven. Vanaf dat moment zouden deze kosten naar nul tenderen waardoor de totale kosten met meer dan 50% zouden dalen waardoor de prijs van de krant significant verlaagd zou kunnen worden. Dit nog los van alle ecologische opbrengsten waarvan de kosten meestal niet eens ingeprijsd zijn.

Free

A Free Lunch?
Het business concept ‘Free’ waarbij producten en diensten optisch gratis aangeboden worden is een steeds gebruikelijker model aan het worden. En het blijft daarbij niet bij gratis alleen: er zijn al aanbieders van gratis diensten die online samenwerken mogelijk maken op een manier die veel betaalde producten niet kunnen matchen.  Het sluit goed aan bij de belevingswereld en het verwachtingspatroon van de doorsnee internetgebruiker. In de digitale wereld zijn namelijk de marginale kosten van producten vaak vrijwel nihil en vinden gebruikers terecht dat dit in de prijs van de producten gereflecteerd moet worden. Dit nieuwe businessmodel geeft overigens veel mensen wel een contra-intuïtief gevoel: hoe kan dit? Is er sprake van een vorm van bedrog?

Want uiteindelijk is niets echt ‘gratis’ natuurlijk. Het is ook niet zo dat niet betaald wordt voor dergelijke diensten. Uiteindelijk moet er geld verdiend worden. Soms betaalt een gebruiker voor uitbreidingen en extra’s op de standaard dienst. Vaak worden advertenties getoond gerelateerd aan de diensten of de getoonde content. Andere bedrijven hopen dat je, gewend aan de online producten, alsnog zult besluiten de desktop producten aan te schaffen om over extra functionaliteit te kunnen beschikken.

Hoe dit afloopt…
De uiteindelijke vraag is hoe en wanneer op basis van de technologische veranderingen de economische herschikking plaats zal vinden in de verschillende markten. Dat deze herschikking komen gaat is hierbij de enige zekerheid. Een bijkomende vraag is wie daarbij het voortouw zal nemen. Tot nu lijkt het er op dat de gevestigde krachten in markten zo gevangen zitten in hun oude denken dat ze niet in staat zijn de gevolgen van technologische en de daarbij behorende economische veranderingen te voorzien. Als er iets gebeurt is het of een bottom-up verandering die door de eindgebruikers zelf ingezet wordt ofwel een nieuwkomer in de markt die de verhoudingen op zijn kop zet.

Blast

Gevolgen voor de overheid?
Deze door technologie ingezette veranderingen in het “bedrijfsleven at large” zullen op termijn natuurlijk ook een grote impact hebben op het publieke deel van onze samenleving. Ook de overheid, gezondheidszorg en onderwijs gaan veranderingen tegemoet die we ons nog niet eens kunnen voorstellen. Het verschil met het bedrijfsleven is wel dat de kans dat nieuwkomers de introductie van deze veranderingen feitelijk zullen afdwingen veel bescheidener is. Bedrijven die dit niet kunnen bijbenen verdwijnen vanzelf, overheden die achterblijven niet. Dat is ergens ook logisch: als een bedrijf failleert omdat het verkeerde keuzes maakt is dat natuurlijk zeer pijnlijk voor alle rechtstreeks betrokkenen, echter bij verkeerde – of erger geen – keuzes door de overheid hebben we allemaal een groot probleem. Zoals Winston Churchill riep: ‘There
is nothing wrong with change, if it is in the right direction’.

Onderzoek gewenst
Daarom is het belangrijk om te weten welke ontwikkelingen relevant zijn voor publieke organisaties, waar de kansen liggen en voor ons het belangrijkste: hoe de publieke zaak van deze onontkoombare veranderingen profiteren kan. En het is om deze reden dat we vanuit Kennisnet een onderzoek gestart zijn met betrekking tot dit onderwerp.

De focus van het onderzoek is een aantal relevante delen van het onderwijs die volop te maken hebben/krijgen met de geschetste effecten zoals de productie van (digitaal) leermateriaal en de aanbieders en gebruikers van ICT infrastructuur producten en diensten in de brede zin des woords. Het uiteindelijk doel is het onderwijs handvatten aan te reiken opdat
ook daar het maximale rendement uit de kansen die deze veranderingen brengen gehaald kan worden.

—
Dit artikel is een coproductie  in het kader van het onderzoek naar “Free” van hans
pronk
& michael van wetering, cto stichting kennisnet /© 2010

1 Heraclitus

Filed Under: Onderwijs, Overpeinzing, Web/Tech Tagged With: business modellen, disruptive technology, economics, education, free, ict production factors, impact, onderwijs

Cloudcomputing geef Ruimte, vergt Vertrouwen en plaatst de Gebruiker in de Driving Seat

10th April 2010 by Mike Leave a Comment

Vandaag organiseerden Kennisnet en Microsoft in nauwe samenwerking een ééndaags seminar voor de Regiegroep van het Kennisnetwerk Limburg. Duo’s van Schoolleiders en ICT-verantwoordelijken kwamen naar Brussel waar het STIC (School Technology Innovation Centre) van Microsoft gevestigd is. Dit unieke centrum biedt op de praktijk gerichte demonstraties van nieuwe technologie en wordt gecoördineerd door Jacques Denies. Vanuit zijn onderwijsachtergrond geeft Jacques toelichting op innovaties vanuit het perspectief van een school. Zijn bescheiden en down to earth aanpak is zeer aanstekelijk en werkt inspirerend. Dit gecombineerd met gastvrijheid en catering van Belgische kwaliteit maakt een bezoek aan het STIC naast nuttig ook heel aangenaam. Dankjewel Jacques!

De betekenis van Cloudcomputing voor Onderwijs

Na een rondleiding door het STIC verzorgde ik een presentatie over het specifieke thema van de dag: Cloudcomputing. Welke impact heeft cloudcomputing op onderwijs en de inzet van ICT in het onderwijs? Waar ik in eerdere presentaties het afgelopen half jaar met name bewustzijn wilde kweken ben ik voor deze gelegenheid dieper in de materie gedoken.

Anyplace-anytime-with-anything v1.0

De kernpunten van mijn verhaal zijn de volgende:

  1. Cloudcomputing geeft ruimte, het ontzorgt de toepassing van ICT in onderwijs maar belangrijker: het biedt ook de basis voor samenwerkend en gepersonaliseerd leren dat onafhankelijk is van plaats, tijd of specifieke apparatuur. Gegevens en toepassingen zijn altijd en overal beschikbaar in de cloud. De onderwijsvisie wordt nu leidend bij de keuze voor toepassingen en gebruikslocaties en de daarbij behorende apparatuur en faciliteiten. Beperkingen van eigen locaties of infrastructuur zijn daarbij geen randvoorwaarde meer.
  2. Cloudcomputing vergt vertrouwen, we vertrouwen zonder nadenken elke dag op de zoekresultaten van Google die bepalen welk materiaal we gebruiken en wat we relevante antwoorden achten op onze vragen. Toch hebben we moeite met het vertrouwen van soortgelijke clouddiensten voor email, agenda en online samenwerking. Welke onderliggende twijfels veroorzaken die houding en in hoeverre zijn die twijfels terecht?
    M.b.t. privacy en integratie zijn er aandachtspunten bij de inzet van applicaties, maar die zijn niet nieuw of specifiek voor het cloudcomputing model. Maak goede afspraken met leveranciers over privacy en veiligheid en eis ondersteuning van open standaarden in het belang van informatie-uitwisseling en -behoud, cloud of niet. Het gaat denk ik toch vooral om het gevoel van verlies van controle, en dat is deels terecht. Maar de winst die het cloudmodel oplevert compenseert dit ruim! Wie overweegt vandaag nog een eigen aggregaat in de tuin te zetten of een put te slaan? Electriciteit en water zijn nutsvoorzieningen, software wordt dat ook. Bedenk welke noodscenario’s vereist zijn (zaklamp in de meterkast, kaarsen en lucifers op voorraad), tref enige voorbereiding waar relevant en vertrouw op het improvisatietalent van mensen ;-)
  3. Cloudcomputing zet de gebruiker in de Driving Seat, waar de ICT dienstverlening in onderwijs behoorlijk aanbodgedreven was/is wordt het nu volop mogelijk functionaliteit te ‘shoppen’. De aard van cloudservices, elastische abonnementen betaald naar gebruik of helemaal gratis, maakt het mogelijk zonder startinvesteringen of uitrol (een willekeurige webbrowser volstaat voor elke cloudservice) een applicatie te gaan gebruiken en daar ook weer mee te stoppen zonder desinvestering.
    Voor ICT beheerders betekent dit ook een behoorlijke omslag, ze vrezen terecht verlies van taken, bevoegdheden en invloed. Maar zowel voor hen als de onderwijs organisatie ligt hierin ook een mooie kans. Er komt menskracht vrij om docenten en ondersteunend personeel te begeleiden bij het effectief en veilig inzetten van nieuwe toepassingen.

Onderstaand mijn presentatie, direct te bekijken en ook te downloaden van slideshare, een uitstekende cloudservice om presentaties online te geven/delen. In de powerpoint notitie ruimte heb ik een weergave opgenomen van mijn betoog bij elke plaat.

Shlideshare from hyun

Gratis kan toch nooit goed zijn?

Oh-yes-its-free-sign

Er is nog een aspect van cloudcomputing dat discussie oproept: kunnen gratis diensten wel kwaliteit bieden? En wie betaalt ervoor, want echt gratis kan het toch niet zijn? Wat is de truc? Betaal ik niet stiekum alsnog?
Gek genoeg vertrouwen we Google’s gratis zoekdienst wel, wie betaalt dat dan? U, alleen niet in euro’s maar met uw keuzes. Bij elke zoekopdracht kiest u het meest relevante zoekresultaat voor uw zoekterm. Die klik gebruikt Google om de zoekresultaten van hun pagerank algoritme te verbeteren voor de volgende gebruiker. U helpt Google dus steeds betere zoekresultaten te leveren en dat trekt meer gebruikers aan. Daardoor is Google aantrekkelijk voor adverteerders en klikken ook steeds meer mensen op de advertenties. Zo verdient Google meer geld.
Bij Google Mail, Calendar & Docs wordt de inhoud gescand op sleutelwoorden en worden naast uw mail en documenten relevante advertenties getoond. Daarmee betaalt u voor uw Google services.

De interessante vraag is dan ook: wie betaalt voor een dienst? in welke valuta? (euro’s, aandacht, reputatie, expertise) en vindt ik dat acceptabel?

Over ‘free’ is nog veel meer te zeggen, daar besteed ik binnenkort een aparte post aan, als het je intrigeert lees dan ‘Free, the Future of a radical Price’ van Wired hoofdredacteur Chris Anderson, een absolute aanrader!

Tot slot

Na de presentatie en een prima discussie over cloudcomputing in onderwijs bood de middag nog enkele verdiepingssessies over o.a. Office 2010/Onenote en hun cloudconnecties, online samenwerking in de cloud met o.a. Live Meeting en Live@Edu (microsofts gratis cloudaanbod aan het onderwijs voor mail, agenda, online bestanden delen, etc.)
In een afsluitende discussie bleek de groep de nodige strategische inzichten verworven te hebben die na het weekend ongetwijfeld tot interessante discussies gaan leiden in de respectievelijke onderwijsinstellingen. Veelal concludeerde men dat de cloud sneller relevant is voor onderwijs dan verwacht.

Mike (April/2010)

Filed Under: Onderwijs, Presentatie, Web/Tech Tagged With: cloudcomputing, education, free, gratis, onderwijs

© 2025 It's right to be wrong. All Rights Reserved.