Op 23 oktober jl. mocht ik tijdens de netwerkdag ‘Social Gaming’ van het mediawijsheid expertise centrum een inleidende keynote houden bij Beeld en Geluid in Hilversum. Jeroen van Beijnen schreef een verslag. Mijn onderwerp: Sociale Media in Onderwijs. Onderstaande presentatie is een inleiding in social media in onderwijs met enkele eerste conclusies. Intussen hebben we ook enkele aanbevelingen geformuleerd, die zal ik onderstaand toelichten.
Social, het nieuwe Web 2?
Social lijkt het nieuwe web 2.0, alle nieuwe toepassingen ‘doen iets’ met social. Zo gek is dat overigens niet. Wij mensen zijn immers sociale wezens. We hebben behoefte aan onderling contact, met name in deze individualistische samenleving is dat soms lastig. In vroeger tijden, levend in stammen, dorpjes en andere kleine gemeenschappen leefde eenieder die belangrijk voor je was op loopafstand. De wereld werd kleiner, we reizen gemakkelijk veel verder, je kunt het contact met dierbaren of goede vrienden soms maar lastig in stand houden. Sociale netwerken adresseren dat probleem, of het nu oude klasgenoten, dienstmaten of mede liefhebbers van golf of exotischer sporten of hobby’s zijn, je kunt ze eenvoudig online treffen. Dit contact vervangt geen fysieke ontmoetingen, maar het is wel een leuke aanvulling erop, getuige het succes van enkele sociale netwerken zoals hyves, linked-in en facebook. Maar wat bepaalt succes van zo’n netwerk?
Twitter: elkaar berichten sturen, maar dan anders
Ik heb me lang afgevraagd wat ik aanmoest met twitter, account aangemaakt, een paar tweets geschreven, ik vond het er eigenljk nix aan… Nu er steeds meer (oude) vrienden twitteren wordt het leuk! Ik kan lezen wat koen doet elke dag, sinds we afstudeerden eten we eens per jaar met fred (we moeten dit jaar nog afspreken guys!), altijd gezellig om bij te praten. Nu weet ik tussendoor wat koen bezighoudt, soms een kort direct berichtje naar elkaar, geklets eigenlijk, maar leuk om zo iets meer contact te hebben. Social media zijn de aanvulling op het gesprek dat je al hebt met je vriendenkring, of het gesprek dat je makkelijker opzoekt met mensen met dezelfde interesse of passie.
Onderwijs en Social Media?
In het onderwijs worden social media voornamelijk beschouwd als een probleem. Hoe houd ik mijn leerling (letterlijk) bij de les? Youtube, hyves, MSN, allemaal afleiding… Ik wilde graag uitzoeken of en hoe op een constructieve manier omgegaan kan worden met social media in onderwijs. Al was het maar omdat het verbieden van wat dan ook bij pubers meestal geen oplossing is ;-) Bovendien is er grote behoefte aan meer betrokkenheid van jongeren bij het onderwijs, en het ligt voor de hand om dan te kijken in hoeverre ‘hun wereld’ onderdeel kan vormen van onderwijs, in plaats van die te verbannen. Social media als hyves zijn vooral de plek waar leerlingen hun peergroup ontmoeten, ze vormen en uiten er hun identiteit. Op ouders en leerkrachten zitten ze daar echt niet te wachten. Wat te doen?
Een triest misverstand: leerling en docent kunnen elkaar wel degelijk helpen!
De homo zappiens, de multitaskende digital natives geboren en levend in een tijd met daarin als vanzelfsprekend internet, digitale media en telefoons met ruim meer rekenkracht, opslagruimte en een beter scherm B-) dan mijn eerste PC. Van deze jongeren wordt vaak te makkelijk aangenomen dat ze digitaal vaardig zijn. Daar komt meer bij kijken dan snel typen of zonder angst allerlei nieuwe spullen uitproberen. Hoe benut je daadwerkelijk online samenwerkingsomgevingen? Hoe ga je om met het publieke platform dat internet is? Hoe ga je om met je privacy? Welke informatie kun je vertrouwen? Hoe zoek je effectief? Dit zijn zaken waarover leerlingen vaak nog veel kunnen leren.
Dan docenten, toch vaak afgeschilderd als digital immigrants, digibeten die niet vertrouwd zijn met computers, internet en nieuwe media. Wat kunnen zij leerlingen bijbrengen over de digitale wereld? Best veel dus! Onderzoek naar gebruik en vooral begrip van alle nieuwe media wijst steevast uit dat leerlingen maar heel beperkt vertrouwd zijn met de diepere mogelijkheden en risico’s van internet en nieuwe media. Eerdergenoemde vragen kunnen juist docenten met hun media-onafhankelijke informatievaardigheden helpen beantwoorden. Hoe kom je door het raadplegen van meerdere bronnen tot een onafhankelijk oordeel? Hoe plan en organiseer je samenwerking?
Het zou een triest misverstand zijn als we aannemen dat leerlingen niets meer te leren hebben over internet en sociale media, en nog triester als we dan ook nog aannemen dat docenten hen daar niets over kunnen leren. Niets is minder waar!
Wat kunnen we dan wel doen?
Er zijn (natuurlijk) geen eenvoudige oplossingen, maar ons eerste onderzoek heeft wel een paar bruikbare tips opgeleverd. Deze adresseren de issues hierboven toegelicht:
- Zet social media in t.b.v. kennisdeling onder docenten, o.a. rond ontwikkelingen in ICT en de inzet in de les. Twee vliegen in één klap: docenten gebruiken social media als ze begrijpen wat ze er (zelf) aan hebben en professionalisering vindt plaats binnen de docenten community.
- Creëer een omgeving waarin het ‘veilig’ is lesmateriaal te delen. Kennisdeling hangt nu vaak nog op vertrouwen, wordt ik niet verguisd als ik dit materiaal publiceer? Een meer vertrouwde, praktisch inzetbare omgeving waar waardering is voor elkaars bijdragen en constructieve discussie plaatsvindt kan veel bijdragen aan het samenwerken aan goed digitaal leermateriaal.
- Creëer een sociaal mediale lesomgeving waarin leerlingen binnen de lesmethode, begeleid door docenten, kunnen samenwerken binnen de les. Discussies over de les, het huiswerk, correcties van elkaars werk, legio mogelijkheden. Uitgevers sla uw slag !-)
- Creëer een sociaal mediale leeromgeving op schoolniveau. Waar de ELO vaak blijft hangen in het bieden van een electronische schooltas is juist het gesprek over onderwijs met leerlingen heel interessant. Zeker in de context van het voorkomen van uitval is een doorlopend gesprek tussen bijvoorbeeld coach en leerling van groot belang. Hoe gaat het? Sluit de leerweg nog aan? Moeten keuzes worden bijgesteld?
- Last but not least: biedt leerlingen een lespakket over het gebruik van digitale media, met name sociale media en samenwerkingsplatforms.
Deze korte toelichting doet de ideeën geen recht, een nadere uitwerking/invulling moeten we nog maken. Deze suggesties zijn misschien geen van allen baanbrekend en bestaan al in enige vorm en inhoud. Maar cruciaal is om te bezien of het daadwerkelijk mogelijk is in die bestaande oplossingen een vertrouwde omgeving op te bouwen en met elkaar in gesprek te komen. Dat geldt voor leerlingen in hun klas net zozeer als voor docenten onderling. Te vaak staren we ons blind op functionele mogelijkheden die er wel of niet zijn. Maar het kunnen voeren van een goed gesprek over een gedeelte interesse is waar het echt om gaat! Liefst IRL maar als dat even niet kan via twitter, je hyve, email, etc. En dat is direct ook de bepalende succesfactor van social: een gedeelde interesse of passie, als die er is dan komt het gesprek vanzelf.
Tot slot
De uitdaging is om met sociale media ook de school voorbij haar fysieke grenzen en schooltijden uit te breiden. Leerlingen doen dat al in hun onderlinge gesprek met hyves en MSN. Digitaal leermateriaal, al dan niet in het ELO, is al plaats- en tijdonafhankelijk. Nu de les, de docenten en de school nog over die grenzen helpen.
Mike (Oktober/2009)